C3A Wijzerartikel
Dit artikel verscheen in de C3A wijzer
Construction Management vandaag en morgen
Naar aanleiding van een gastcollege dat Peggy Bovens begin maart verzorgde aan de KaHo St Lieven in het kader van de post graduaat opleiding "bio-ecologisch" bouwen, schreef Peggy het artikel "Construction Management: what is and what will be". Dit staat ook in ’t Engels gepubliceerd op C3A.net, luik Bouwdata, maar via deze C3A-Wijzer krijgt dit hier ongetwijfeld wat meer aandacht.
Het klassieke bouwproces
Het klassieke bouwproces komt, als puntje bij paaltje komt, nog altijd neer op een klassieke design – bid – build.
De theorie in een notendop:
- Stap 1: een ontwerpteam maakt een aanbestedingsdossier op basis waarvan het bouwproject gerealiseerd zal worden.
- Stap 2: een aanbesteding wordt gepubliceerd / verspreid onder de aannemers; door de competitie te laten spelen, komt het beste in iedere aannemer naar boven drijven.
- Stap 3: de aannemer met de laagste aanbieding bouwt het project.
De problemen:
- Het aanbestedingsdossier is doorgaans niet “bouwklaar”; er is nog heel wat werkvoorbereiding nodig om effectief van start te kunnen gaan. In België worden we hier bovenop geconfronteerd met telkens wisselende structuren en meetcodes. Dit veroorzaakt niet alleen onnodige communicatieproblemen – en bijhorende faalkosten – maar belet ons ook om projectoverkoepelend kennis op te bouwen!
- In de jobomschrijving van een calculator in België staat dat er, naast de productiekost, ook een indirecte kost begroot moet worden: werfinrichting (incl. het inzetten van materieel zoals torenkranen e.d.), werkvoorbereiding en projectbegeleiding. Deze “indirecte” kosten, samen met de AK+W/R (Algemene Kosten en Winst/Risico percentage) bedragen 20% tot 35% van de productiekost. Bij het afronden van een calculatie wordt deze som verdeeld over alle posten uit het aanbestedingsdossier en komt men zo tot de verkoopsom die aan de bouwheer en architect overgemaakt wordt. Nu, calculatie en bij uitbreiding cost engineering en cost management, wordt onvoldoende onderwezen in het onderwijs. Je leert pas echt de knepen van het vak door naast een ervaren rot bij een algemene aannemer te gaan zitten. Bijkomend, het verspreiden van de indirecte kost over de posten uit het aanbestedingsdossier, de “overslag”, gebeurt in functie van het commerciële inzicht van de aannemer. Bv. artikels waarvan men een vermoeden heeft dat ze niet gaan uitgevoerd worden, krijgen een negatieve “overslag”. M.a.w., naast het feit dat enkel de inschrijvende aannemer echt alle kosten kan begroten, zal een vergelijkingstabel ook alle kanten uitspringen omdat iedere inschrijvende aannemer de “overslag” naar eigen inzichten verdeeld heeft. Hoe kan je dan als bouwheer of als architect een degelijke vergelijking maken?
Aanbestedingen verlopen bijgevolg in de praktijk heel anders dan in theorie:
- Stap 1: selecteer aanbestedingsdossiers met een grote foutenlast of met vage omschrijvingen
- Stap 2: plaats geen of zelfs een negatieve overslag op posten die vermoedelijk gaan verdwijnen
- Stap 3: ga op zoek naar alternatieven maar toon deze maar nadat het contract gesloten is; tenzij je natuurlijk zeker bent dat het tonen van je creativiteit zal bijdragen tot het sluiten van het contract – vermijd in elk geval dat concurrentie met jouw ideeën kan gaan lopen
- Stap 4: moedig, eens de bouw op het terrein opgestart, zo veel mogelijk wijzigingen aan zodat je verrekeningen met hoge winstmarges naar voren kan schuiven om jouw initiële negatieve marge te corrigeren.
Besluit:
de reële bouwkost kan tot 30% hoger liggen dan de aanbestedingssom. Evenwel, deze 30% moet ook betaald worden: of door de bouwheer (als hij alle verrekeningen aanvaard), of door de onderaannemer (als hij geen tijd heeft om de afrekeningen goed te controleren) of door de hoofdaannemer zelf (in het geval dat zowel de bouwheer als de onderaannemers bij de pinken zijn).
Houdt de algemene aannemer van deze manier van werken? Helemaal niet. Maar de situatie is nu eenmaal zo gegroeid.
Wat met de software in de bouwsector?
Meer dan tien jaar geleden werden er heftige discussies gevoerd of Wordperfect beter was dan Word of omgekeerd. Over Excell en Lotus waren de discussies al even scherp. Microsoft had toen de sterkste troeven in handen en vandaag de dag denken we er zelfs niet meer over na met welk software we een tekst schrijven of een spreadsheet maken.
Op dit ogenblik worden we geconfronteerd met eenzelfde situatie m.b.t. BIM (building information modelling) en groupware. Om de volle draagwijdte te snappen van wat er op ons afstevent, moeten we enkel maar de definitie van BIM en groupware vergelijken met het vorige hoofdstuk.
BIM betekent virtueel bouwen. Een volledig gebouw wordt in een database gegoten en elke mogelijke partner gaat aan de slag met diezelfde data: of het nu ontwerpen is, of akoestische berekeningen betreft, of het bepalen van wapening in een betonbalk, of kijken waar de verluchtingsbuizen moeten lopen. Groupware is dan weer een communicatiemiddel dat door een groep mensen gebruikt wordt om, door al hun kennis samen te brengen, een gezamenlijk doel na te streven.
In de toekomst zijn de sleutelwoorden dus samenwerking i.p.v. competitie en kennis delen i.p.v. kennis afschermen. Bovendien zullen de economische factoren aangescherpt worden: bouwheren worden mondiger en het te besteden bedrag wordt nauwlettend in de gaten gehouden.
Wil je dus in de toekomst in de bouwsector overleven, dan is transparant werken en een behoorlijke kennis van kostenkengetallen onontbeerlijk!
BouwData PB®
BouwData PB® is geen software, het is een werkmethode ontwikkeld door Peggy Bovens met de steun van het IWT (nr 080429) dat zelfs bij het werken met potlood en papier kan toegepast worden. Het vindt evenmin het warm water uit maar plaatst daarentegen alle bestaande normen en afsprakenstelsels in België en Nederland in een nieuw perspectief. De bedoeling is om richtlijnen aan te bieden om de kosten, kwaliteit en communicatie in een bouwproces te beheersen. En dit tijdens de hele levenscyclus van een gebouw: van de eerste overwegingen om te investeren, over ontwerp, bouw en gebruik tot de sloop.
Wat onderscheidt BouwData PB® van alle andere pogingen die de afgelopen jaren werden ondernomen?
Het vertrekpunt is het verwerven van kennis voor elke partner in het bouwproces. De ontwikkelaar is geïnteresseerd in een kost ondergronds en bovengronds. Verantwoordt de verkoop van parkeerplaatsen en bergingen de investering in een kelder? Hoeveel vloeroppervlakte moet er gebouwd worden in verhouding tot de verkoopbare vloeroppervlakte?
De ontwerper wil kosten zien die gerelateerd zijn aan zijn ontwerp: als er een raam verdwijnt, verdwijnt ook de bovenliggende balk, het pleisterwerk aan de dagkanten, de dorpel aan de buitenzijde, het tablet aan de binnenkant, het occasionele ornament rond het raam in de gevel, … dit alles moet samen met dit venster uit de kost verdwijnen.
En de uitvoerder: hij heeft geen boodschap aan de zaken die hierboven staan. Hij moet inkopen: beton, wapening, bekisting, stenen, mortel, … en hij moet beslissen of hij zal werken met zijn eigen arbeiders of onderaannemers zal inhuren. Iets helemaal anders dus dan een investeringsplan opmaken of een ontwerp modelleren!
Als je nu elk van deze partijen een postenlijst voor een aanbesteding zou laten maken, dan zou die er helemaal anders uitzien, afhankelijk van de kennis die zij nodig achten.
Tot op heden zijn we er steeds van uitgegaan dat een enkelvoudige boomstructuur de zaak zou oplossen als we het maar slim genoeg aan boord legden: de hoofdstukken zouden de kennis genereren voor de investeerders, de paragrafen zouden de kostenkengetallen produceren voor de ontwerpers en helemaal opengeklapt zou het een kant en klare “boodschappenlijst” voor de uitvoerder zijn.
Dit lukt gewoonweg niet!
We moeten stoppen met te focussen op administratieve procedures en ons dringend toeleggen op het verwerven van kennis.
BouwData PB® is dan ook een set afsprakenstelsels, een beetje te vergelijken met de IFRS in wereld van accounting: het laat iedereen toe dezelfde taal te spreken en geeft een betekenis aan alle cijfers die in een bouwproces opduiken.
- Een development code voor de ontwikkelaar om kennis te vergaren
- Een object code voor de ontwerper om kennis te vergaren
- Een material code voor de uitvoerder om kennis te vergaren
- Een duidelijke fasering zodat elke bouwpartner hetzelfde tempo aanhoudt. Vandaag is de architect zich al dikwijls het hoofd aan het breken over detaillering terwijl de stabiliteitsingenieur nog niet verder gekomen is dan een lastendaling!
- Duidelijke definities van begrippen zoals “materiaal”, “materieel”, “kostenkengetallen”, etc.
- Een organisatieschema voor document management systemen in de bouwsector
- Een organisatieschema voor groupware in de bouwsector
- Een vaste manier om eenheden te schrijven maar ook de introductie van gecombineerde eenheden die nodig zijn in de wereld van construction cost engineering bv.: t-km is de eenheid voor grondtransport: een eenheidsprijs per ton en per gereden kilometer
Natuurlijk bestaat er zoiets als “creatief boekhouden” om de regels te rekken. En BouwData PB® zal dit niet tegenhouden maar het is tenminste een taal die verder gaat IFC codes!
Het nieuwe bouwproces in een notendop
Wat is er nu anders dan bij het klassieke bouwproces? Toch een aantal dingen!
- De uitvoerder wordt niet langer puur op prijs geselecteerd: zijn technische knowhow maar vooral zijn wil om die te delen en het voorleggen van referenties wordt minstens even belangrijk.
- De uitvoerder wordt ook niet meer geselecteerd op het einde van het ontwerpproces maar op het ogenblik dat de bouwvergunning ingediend wordt. Het lastenboek zal beperkt worden tot technische specificaties: het volstaat om te melden dat er bij de stabiliteitsberekening uitgegaan is van een betonkwaliteit C25/30. Hoe het beton gestort moet worden, is overal in Europa hetzelfde. Bovendien zijn er technische voorschriften van het WTCB en normen die dit in detail beschrijven. Het is echt niet nodig om al dit werk bij elk project opnieuw te doen.
- Geen indirecte kosten meer! AUK (Algemene UitvoeringsKost) wordt behandeld zoals de productiekost en over de AK+W/R gaan we onderhandelen.
- Cost engineering en budget controle gebeurt op groupware i.p.v. op het gesloten systeem van de aannemer.
- Maar bovenal: er is nood aan een “coach” die de werknemers van de individuele bedrijven laat samensmelten tot een hecht team!
En wat moet er verder nog gebeuren?
We hebben nood aan een wettelijk kader voor bouwteams. Onze huidige wet op openbare aanbestedingen is in oorlogstaal geschreven en biedt geen incentive voor goede samenwerking.
We hebben nood aan één norm voor technische specificaties voor de ontwerpers. Zoals het Nederlandse Bouwbesluit maar dan zonder de overdaad aan regels. In Nederland kan de ontwerper in één boekwerk/website terecht: of het nu gaat over de minimum oppervlakte van een toilet of over brandpreventie of over regelgeving inzake ventilatie.
We hebben nood aan één norm voor bouwspecificaties voor de uitvoerders. Alle technische voorschriften van het WTCB, de NBN en STS moeten vergeleken worden, de tegenstrijdigheden moeten eruit gehaald worden en het geheel moet bereikbaar zijn via één website.
En ook, construction cost engineering moet een onafhankelijke discipline worden, wetenschappelijk onderbouwd maar evenzeer getoetst aan de praktijk.
Ir.arch. Peggy Bovens
Iets gemist?
BouwData PB ® is een systematiek, gebaseerd op normen in België en Nederland, om de bouwkost te beheersen doorheen het volledige bouwproces. In de afgelopen C3A-Wijzers werd systematisch bericht over de ontwikkelingen rond Bouwdata PB én de manier waarop ondertussen deze systematiek in onze C3A-REVIT-Extensies ingebakken zit. De systematiek van BouwData PB ® is enerzijds een codering en anderzijds een werkmethodiek, doch in beide gevallen software onafhankelijk.
Meer info: zie http://www.bouwdata.net/