C3A Wijzerartikel
Dit artikel verscheen in de C3A wijzer
Bouwdata PB®
Bouwdata PB® werd ontwikkeld door Peggy Bovens en is een systematiek gebaseerd op normen in België en Nederland om de bouwkost te beheersen doorheen het volledige bouwproces. Dit gaat gepaard met een nieuwe werkwijze waarbij gebruik gemaakt wordt van een BIM model (Revit) en een digitaal uitwisselingsplatform (Buzzsaw C3A.Net). PB calc & consult, USG Innotiv en C3A hebben de handen in elkaar geslagen om dit te realiseren.
In C3A-Wijzers uit de voorgaande jaargang werden al enkele aspecten van Bouwdata PB® toegelicht, maar in dit artikel wordt de achtergrond, het concept en de werkmethodiek eens duidelijk op een rij gezet. Gevolgd door de impakt voor onze REVIT-BIM-Bouwdata-extractie!
Kennisbehoefte Bouwpartners
BouwData PB® betreft een vernieuwing van het bouwproces waarbij de nadruk gelegd wordt op het beheersen van de bouwkost doorheen het volledige bouwproces en het puren van kennis hieruit. In de Angelsaksische wereld wordt dit omschreven als Construction Cost Management.
De afgelopen jaren voerde Peggy Bovens, zaakvoerder van PB calc & consult, gesprekken met diverse organisaties – vooral software producenten – omtrent deze problematiek en de algemene opinie hieromtrent is dat bouwkost te vatten moet zijn in een enkelvoudige boomstructuur. Men gaat er hierbij van uit dat, door de boom min of meer uit te klappen, er kennis omtrent bouwkost te voorschijn komt op maat van de betrokken bouwpartner.
De projectontwikkelaar stapt als eerste in het project en bewaakt de bouwkost op basis van de samenvattende lijnen; de uitvoerder komt als laatst en heeft de meest verfijnde informatie nodig en bekomt deze door de boom volledig open te klappen.
Niets is evenwel minder waar!
Construction Cost of bouwkost is een complex agglomeraat aan prijsgegevens en iedere bouwpartner heeft daar zijn eigen kijk op.
Bij het begin van het bouwproces wordt er vnl. gefocust op de haalbaarheid van het project. Men heeft nood aan kennis van bouwkost i.f.v. diverse bouwprogramma’s, per circulatiekern, per m² verkoopbare bruto vloeroppervlakte met onderscheid tussen ondergronds en bovengronds, e.d.
Eens de projectdefinitie vastgelegd, verandert de focus naar het ontwerp. Bij het modelleren gaat het in essentie om het architecturale concept, opmaken van een goede draagstructuur, het positioneren van raampartijen en deuren, e.d.
Wat de calculatie betreft, dient men in de ontwerpfase anders te werk te gaan en moet men zich richten op budgettering aan de hand van kostenkengetallen van gelijkaardige onderdelen uit voorgaande projecten. Immers, in het voortraject zijn nog heel wat vragen onbeantwoord. Op dat ogenblik in het bouwproces is het echter ook niet relevant om naar al de antwoorden op zoek te gaan: tijdens een voorontwerp doet het er nog niet toe wat de handelswaarde van de gevelsteen is. Men stelt enkel een budget op voor de gevelafwerking en speelt dan met materialen en bijhorende kostenkengetallen tot men een goed ontwerp heeft dat toch beantwoord aan het vooropgestelde budget.
Nu hebben calculators van algemene aannemers vaak de neiging door te schieten naar het detail, doorgaans omdat ze alleen op dit niveau aan prijszetting kunnen doen. Het is dus zaak hen aan te leren hoe men detailcalculaties om kan zetten in herbruikbare kostenkengetallen.
Een bijkomend aspect is dat men vroeger in het bouwproces ook vlugger een bouwbudget dient te kunnen samenstellen: in de haalbaarheidsstudies worden steeds diverse scenario’s tegen elkaar afgewogen. Het spreekt voor zich dat men per haalbaarheidsstudie geen calculatietijd van enkele weken in rekening kan brengen. Dit is noch in tijd, noch in personeelsinvestering een haalbare kaart.
Als men naar uitvoering overstapt, is de handelswaarde van de gevelsteen wél van belang. Men dient immers de budgetraming om te zetten naar een detailcalculatie waaruit men het aantal stenen, de hoeveelheid mortel e.d. kan distilleren.
Evenwel, noch in de ontwerpfase, noch bij de uitvoering houdt men rekening met de kennisbehoefte van de projectontwikkelaar; een opsplitsing per bouwprogramma blijkt nooit aan de orde van de dag.
Bij de uitvoering vergeet men zelfs vaak de noden van de ontwerper en zal men vaak alle metselwerk op één hoop gooien zonder rekening te houden met het oorspronkelijke bouwdeel waartoe het behoorde. Valt bv. een raam weg dan dient men niet alleen in het buitenschrijnwerk zaken te elimineren maar ook bij het metselwerk de nodige lateien te verwijderen en bij het hoofdstuk natuursteen de dorpel en bij de afwerking het tablet.
Dit fenomeen komt niet alleen voor in situaties waarbij alle bouwpartners aparte firma’s zijn, maar ook bij design & construct bedrijven waar de bouwpartners uit verschillende afdelingen bestaan. Dit is een eerste knelpunt.
Werkmethodiek
Inzake werkmethodiek kent België een aantal normen, bv. de investeringsnorm uit 1983, maar men past deze niet toe. Als men het bouwproces bekijkt, ziet men dat er bovendien een groot aantal lacunes in onze normering zitten. Hierdoor heeft elke ontwerper een eigen manier ontwikkeld om zijn meetstaat op te stellen.
Een gevolg hiervan – en tweede knelpunt – is dat er, door bovenstaande zaken, geen overkoepelende kennisopbouw mogelijk is. Iedereen heeft zijn eigen kostenkengetallen in zijn hoofd zitten maar er is nergens vastgelegd wat deze wel en niet dienen te bevatten. Nochtans kan dit probleem eenvoudig opgelost worden door, naar analogie met de reeds bestaande Belgische normen, een aantal Nederlandse normen over te nemen.
- NEN 2634 termen, definities en regels i.v.m. kosten- en kwaliteitsaspecten voor bouwprojecten: Op elementenniveau is de SfB herkenbaar : een internationaal klasseersysteem waarvan de Belgische variant in 1990 door de Regie der Gebouwen werd uitgegeven en waarvan tabel 1 reeds relatief goed ingeburgerd is (het vormt de basis voor de tekenafspraken van C3A). De NEN 2634 integreert bovendien de investeringsnorm NEN 2631 (en dus de NBN B06-003) en diept deze verder uit. M.a.w. zowel boven- als onderaan is er een aansluiting met bestaande Belgische normen en standaarden.
Verder formuleert de NEN 2634 volgende doelstellingen:
- In iedere fase van het bouwproces de kwaliteits- en kostengegevens op een welbepaald niveau uitwerken
- Kennis en inzichten te verkrijgen uit reeds gemaakte detailcalculaties t.b.v. volgende bouwprojecten
Bouwbesluit:
Het zou de transparantie zeker ten goede komen wanneer de wirwar aan regelgevingen gebundeld zouden worden tot één document. Evenwel BouwData PB® beperkt zich tot Construction Cost Management en laat het uitwerken van deze materie over aan gespecialiseerde firma’s.
Begrippenkader:
Een miskend maar zeer belangrijk punt is, dat we in Vlaanderen geen bouwlexicon hebben. Iedereen hanteert diverse begrippen maar er zijn nergens eensluidende definities vastgelegd met Babylonische spraakverwarringen tot gevolg. In Nederland heeft de TU Delft zich wel over dit thema gebogen en zijn er duidelijke definities voor alle begrippen. Dit begrippenkader is bovendien noodzakelijk om de juiste draagwijdte van de normen te kunnen inschatten.
STABU bestekssystematiek:
M.b.t. de bestekschrijving blijkt de STABU een zeer gedegen instrument te zijn. I.p.v. één van de vele standaards in Vlaanderen over te nemen – en daarmee een zinloos debat op gang te brengen over welke organisatie het beste bestek heeft – neemt BouwData PB®, wanneer het over het vervangen van het kostenkengetal van een component door een technische oplossingen gaat, de STABU bestekssystematiek als kapstok. Bovendien bewaakt de STABU als organisatie constant de aansluiting met nieuwe technieken en uitvoeringsmethoden. De laatste editie dateert van 2007. Verder zet de STABU ook actief de nodige stappen om deel te nemen aan het wereldwijde debat omtrent BIM en groupware.
Transparantie Bouwkost
Als we tot slot naar de kostprijsberekening van een bouwproject kijken, dan zien we dat dit het alleenrecht van de algemene aannemer is. Er bestaan immers geen opleidingen hiervoor, je wordt calculator door bij een algemene aannemer naast een ervaren rot te gaan zitten.
Bovendien staat er in zijn/haar taakomschrijving dat ze “indirecte kosten” moet begroten. Dit zijn de kosten inzake werfinrichting, werfopvolging, AK en W/R. Deze dienen “oordeelkundig” over alle productieposten verdeeld te worden. M.a.w. de andere bouwpartners krijgen nooit de werkelijke productieprijs te zien maar een prijslijst die vertekend is i.f.v. het commerciële verhaal.
Dit gebrek aan transparantie is een derde knelpunt.
BouwData PB® wil deze knelpunten aanpakken door:
- tegemoet te komen aan de kennisbehoefte van alle bouwpartners
- een methodiek uit te werken op basis van normen uit België en Nederland
- transparantie in de bouwkost te brengen door de indirecte kosten van bij de haalbaarheidsstudie apart te benoemen.
Via de BouwData PB® Userclub worden, vanaf 2009, een aantal handleidingen en sjablonen ter beschikking gesteld. Hun bedoeling is te fungeren als referentiekader, te vergelijken met het rekeningenstelsel van boekhouders.
Construction Cost Management
Om BouwData PB® ten volle te kunnen benutten, dient men het vak “construction cost management” te beheersen.
Gezien er hiervoor geen volwaardige opleiding bestaat, biedt USG Innotiv i.s.m. PB calc & consult een stoomcursus aan. Deze opleiding omvat volgende zaken:
- Calculatie van een uitgewerkt aanbestedingsdossier, zowel privé als openbaar
- Omzetten van een calculatie naar budgetregels t.b.v. opvolging bij uitvoering en controle van de verliesfactoren en rendementen
- Het opstellen van een meetstaat conform de Standaard Meetmethode t.b.v. design & construct projecten
- Nacalculatie: uit een detailcalculatie kostenkengetallen distilleren t.b.v. volgende design & construct projecten
- Kostenramingen maken t.b.v. design & construct projecten
BouwData PB® kan u beter leren kennen via volgende stappen:
- Stap 1: vrijblijvend consulteren van het concept en de gratis downloads op C3A.Net (zie volgende pagina voor meer uitleg)
- Stap 2: lid worden van de BouwData PB® Userclub waardoor je knowhow en sjablonen ter beschikking krijgt. De knowhow bouw je op a.d.h.v. de handleidingen die gebruikt worden in bovenvermelde opleiding “construction cost management”. De sjablonen betreffen het opstellen van PvE, bijhorende kostenramingen, het omzetten ervan naar werkvoorbereiding en vervolgens naar budgetcontrole en nacalculatie, bijhorende opmetingen.
- Stap 3: workshops volgen om gezamenlijk een nieuwe manier van werken te ontdekken: bouwteam met gebruik van BIM en groupware.
- Stap 4: gepersonaliseerde assistentie van PB calc & consult in het bedrijf zelf
“BouwData PB®: een nieuw model voor het bouwproces” als IWT-project.
Onder deze titel heeft Peggy Bovens ook bij het IWT een projectaanvraag ingediend (project nummer 080429), wat ondertussen ook goedgekeurd werd.
Aldus gebeurt de verdere ontwikkeling van BouwData PB® met erkenning én steun van het IWT, Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen.